Dit is de grootste mezensoort. Hij dankt zijn naam aan zijn ‘steenkool-zwarte’ pet. De vogel is te herkennen aan de gele borst met zwarte ‘stropdas’. Koolmezen leven vooral in bosrijke gebieden, maar ze zijn ook heel vaak te zien in tuinen met veel groene voorzieningen. Koolmezen bevinden zich het meest in het struikgewas, tussen houtwallen en houtsingels en eigenlijk overal waar bomen te vinden zijn. Koolmezen zijn niet schuw en eten soms pinda’s uit de hand.